Uitrijperiode voor dierlijke mest verlengd: Boeren krijgen twee weken extra
Door de extreem natte weersomstandigheden van de afgelopen periode hebben veel boeren problemen gehad met het uitrijden van dierlijke mest. Om hen te ondersteunen, heeft de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur besloten de uitrijperiode voor dierlijke mest op grasland te verlengen tot en met 15 september. Deze verlenging stelt boeren in staat om hun gewassen en bodem van de nodige mineralen te voorzien.
Wijziging van de uitrijperiode
Normaal gesproken geldt er een strikte regeling voor het uitrijden van mest, die voortkomt uit de Europese Nitraatrichtlijn. Door de aanhoudend natte weersomstandigheden was het voor boeren moeilijk om hun land te bewerken, waardoor op veel plekken in Nederland dierlijke mest niet op tijd kon worden uitgereden. Dit zou normaal gesproken betekenen dat vanaf 1 september alleen nog kunstmest gebruikt mag worden, terwijl de ruimte voor dierlijke mest vaak nog niet volledig benut is. Dierlijke mest biedt echter extra voordelen, zoals het toevoegen van organische stof aan de bodem, wat de bodemstructuur en biodiversiteit bevordert.
De uitrijperiode kan worden aangepast bij extreme weersomstandigheden, mits er geen schade aan de bodem of waterkwaliteit wordt veroorzaakt. Dankzij de verlenging met twee weken kunnen boeren de resterende mest op een milieuvriendelijke manier uitrijden, zonder de druk op de mestmarkt te vergroten. Het besluit voorkomt dat mest onbenut blijft en biedt boeren de mogelijkheid om hun gewassen nog van de benodigde voedingsstoffen te voorzien.
Jaarlijkse mestruimte
Hoewel Agractie en LTO om een langere verlenging vroegen, komt de minister gedeeltelijk tegemoet met de nieuwe einddatum. De Europese Nitraatrichtlijn stelt normaal gesproken dat mest alleen mag worden uitgereden van 15 februari tot 31 augustus, maar de regering kan de periode verlengen bij extreme weersomstandigheden.
Een expertcommissie heeft bevestigd dat de verlenging geen negatieve effecten heeft op de water- of bodemkwaliteit, mede door de lage stikstofniveaus in de bodem. Wel blijven boeren gebonden aan hun jaarlijkse mestruimte.