Toenemende vraag naar VVO’s door tegenvallende mestafzetcijfers
De afgelopen weken is de vraag naar VVO’s (Vervangende VerwerkingsOvereenkomsten) toegenomen. Reden voor deze toename zijn de flink tegenvallende mestafzetcijfers en daarmee de fosfaatexport naar het buitenland. Veehouders verwachten door deze tegenvallende cijfers dat de VVO’s aan het einde van het jaar waarschijnlijk schaars kunnen worden.
Afgelopen maand maakte de RVO, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, de mestafzetcijfers van het eerste kwartaal bekend. Uit deze cijfers blijkt dat de mestafzet in Nederland behoorlijk achterligt met voorgaande jaren. Reden voor deze tegenvallende cijfers zijn het slechte uitrijdweer en verscherpte wet- en regelgeving van mest (en/of hun verwerkingsproducten) naar het buitenland.
Minder mest/fosfaat naar Duitsland
De afzet naar Duitsland daalde eerste kwartaal met 25,3% tot 458.525 ton. De flinke daling heeft te maken met de strenge wet- en regelgeving voor het exporteren van mest(verwerkingsproducten) naar Duitsland. Wat ook invloed heeft is dat de mest naar Duitsland is gestagneerd, dit komt doordat sinds juli 2017 digistaat uit mestvergisters wordt aangemerkt als meststof. Door deze verandering wordt een deel van de mestplaatsingsruimte in Duitsland al opgevuld.
Lees hier meer over: Prognose aanbod VVO’s 2018
Aangescherpte regelgeving mestverwerkers
Naast de verscherpte wet- en regelgeving is de verwerkingscapaciteit in Nederland, en dan met name in Noord-Brabant en Limburg uitgevallen. De aangescherpte regelgeving en de strengere controles door de NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit) zijn een gevolg dat het eerste kwartaal van 2018 aanzienlijk minder mest is verwerkt.
Een andere factor die heeft bijgedragen aan het mestoverschot, is de verplichte mestbemonstering in Nederland. Door deze regeling komen resultaten overeen met de werkelijke fosfaat- en stikstofgehalten in de afgevoerde mest. “Voorheen konden veehouder of mesthandelaren zelf mest bemonsteren. Dit leidde wel eens tot ongeoorloofde fosfaat- en stikstofgehalten in de afgevoerde mest. Door de verplichte monstername van de dikke fractie van varkens- en rundveemest is deze ruimte er niet meer en blijft er meer mest in de opslag”, aldus Hans Verkerk van Cumela Nederland.
overvolle mestkelders
Vergeleken met dezelfde periode in 2017 werd er 509.992 ton minder varkensmest vervoerd. Dit betekent een daling van ruim 19%. Voor de rundveemest geldt dat er 496.260 ton minder mest is vervoerd. Hiermee daalde de afzet van rundveemest met 22%. Mesthandelaren merken dat ook het tweede kwartaal van 2018 de mestafzet stroef is verlopen. De verwachting is ook dan ook dat mestkelders vol blijven.
Minder fosfaat
De daling in de mestafzet heeft ook gevolgen gehad in de afgevoerde hoeveelheid fosfaat. Zo daalde in het eerste kwartaal het fosfaatvolume binnen de vervoerde varkensmest met ongeveer 25% tot 7,7, miljoen kg fosfaat. Voor rundveedrijfmest daalde het fosfaatvolume met bijna 29% tot 3,7 miljoen kg fosfaat.
Door de teruglopende mestexport en het feit dat de verwerkingscapaciteit aanzienlijk is afgenomen kunnen de VVO’s dit jaar nog wel eens schaars worden. Ondanks dat de melkveestapel door het fosfaatreductieplan is gedaald met 4%, wat als gevolg zal hebben dat er minder vraag vanuit de melkveesector is naar VVO’s, is de varkensstapel sinds afgelopen december flink toegenomen.
Prijzen stijgen
Ondertussen dringt de ontstane situatie steeds meer door in de hoofden van de veehouders. Dit heeft als gevolg dat de vraag naar VVO’s toeneemt. Door de groeiende wig tussen vraag en aanbod steeg de prijs van VVO’s de afgelopen weken met € 0,30 tot € 2,10 per kilo fosfaat.