Mestputten blijven vol
Het natte voorjaar heeft ervoor gezorgd dat veel mestputten niet leeg dreigen te komen. Ad van Dommelen, mestverwerker en intermediair in Brabant geeft aan dat ongeveer 40% van alle mest in de zuidelijke provincies op dit moment is uitgereden. Voor de overige 60% geldt dat het lastig zal worden dit de komende weken allemaal nog uit te rijden. Waar in het voorjaar veel percelen te nat waren, gaat de groei van de gewassen nu zo hard dat het lastig wordt om deze nog te kunnen bemesten. Dit betekent voor de veehouders dat zij de putten de komende periode niet leeg zullen krijgen. “Veehouders moeten hopen op een mooi najaar, omdat bij mestverwerkers die nog operationeel zijn niet meer wordt gedoogd dat zij dit jaar meer mest verwerken dan in de vergunning staat vermeld”, aldus Van Dommelen. “Bovendien is het eindproduct in het buitenland bijna niet te slijten.”
Beperkte verwerkingscapaciteit
De verwerking van mest verloopt op dit moment moeizaam in Nederland. De verscherpte regelgeving en hogere export kosten hebben er zelfs al toe geleid dat er al een 3 mestverwerkers in Brabant stil staan. “Twee mestverwerkers zijn op last van de omgevingsdienst gesloten. De derde verwerker ligt stil omdat deze op dit moment niet meer rendabel kan draaien door de hogere exportkosten”, zegt Van Dommelen. Ook in Limburg staat op dit moment een grote mestverwerker van ruim 100.000 kuub mest op jaarbasis stil.
Export verloopt moeizaam
De extra kosten van de onafhankelijke monsternamen hebben gevolgen gehad voor de export van mest naar het buitenland. Met name de afzet naar Duitsland, het grootste exportland voor mest verloopt zeer moeizaam. Een Limburgse mestverwerker geeft aan dat de Duitse Gülleverordnung hiervan de belangrijkste oorzaak is. Door deze Gülleverordnung worden co-producten van mestvergisters meegerekend als mest, net zoals dit in Nederland altijd al was. Dit heeft als gevolg dat deze mestvergisters aanzienlijk minder rundveedrijfmest importeren vanuit Nederland. “Wij hebben het afgelopen kwartaal al 60% minder mest verwekt als gevolg van deze Gülleverordnung”, stelt de Limburgse mestverwerker.
Frankrijk als alternatief
Een alternatief voor de export, en dan met name voor fosfaat, is Frankrijk. Alle exporteurs storten zich hier nu op, maar ook dit gaat nog erg moeizaam. De akkerbouwers in Frankrijk speculeren nu dat de prijzen voor mest vanuit Nederland zullen dalen en dat enkel de transportkosten op den duur nog overblijven. Volgens een Limburgse verwerker wordt dit voor de Nederlandse exporteurs alleen interessant als ze VVO’s kunnen verkopen voor minimaal € 2,- per kg fosfaat.
Contract zorgt voor gegarandeerde afzet
Er zijn ook positieve geluiden. Hubert Bloemen van Mestverwerker gebroeders Oude Lenferink zegt dat hij op dit moment nog geen problemen heeft met de export van mest naar Duitsland. “Ondanks dat wij sinds kort een extra verwerkingslocatie hebben en daarmee onze capaciteit aanzienlijk hebben vergroot kunnen wij nog eenvoudig mest afzetten naar het buitenland. “Wij hebben op dit moment verschillende contracten lopen met Biogasinstallaties in Duitsland. Dit zorgt ervoor dat wij een gegarandeerde afzet hebben”, aldus Bloemen. Hij erkent wel de problemen die de zuidelijke verwerkers hebben en ziet dat ook wel als een bedreiging voor de export op korte en middellange termijn.